Heel lang geleden ben ik begonnen met het zelf aanschaffen van bordspellen. Eerst af en toe een, toen al wat meer en tegenwoordig houd ik het liever niet meer bij. Momenteel zijn de vele spellen die ik koop veelal uitbreidingen en daar wil ik het verder in deze column over hebben.
Als ik een spel heb aangeschaft komen er vaak binnen een mum van tijd allerlei uitbreidingen uit. Deze uitbreidingen begin ik vaak als een mak schaap, ongeacht hoe nuttig of slecht ze zijn, in verzamelwoede, aan te schaffen. Na een paar jaar, als de familie (de familie Agricola, de familie Boonanza, de familie Carcassonne en de familie Catan, de familie Dominion enz.) steeds groter wordt, haak ik af om in hernieuwde woede andere families een kans te geven.
Vroeger waren er volgens mij nauwelijks uitbreidingen (nodig). Oude bekenden als Risk, Monopoly, Mens erger je niet! en Ganzenbord deden het destijds prima zonder. Gezellig bij de kachel of het haardvuur speelde je hetzelfde spelletje, zonder poespas. De eerste uitbreidingen op dit soort spellen waren de regels en het spelmateriaal dat we zelf verzonnen of de qua speelmateriaal veranderde versies die op de markt kwamen.
De eerste uitbreidingen die ik in de winkel kocht waren voor de fantasy klassieker Heroquest. Veel later verschenen hele reeksen uitbreidingen en tegenwoordig is een spel niet echt een spel als er geen uitbreiding voor beschikbaar is. Zo zijn er volgens de gerenommeerde bordspellensite BoardGameGeek eenendertig uitbreidingen en varianten op Carcassonne en eenenvíjftig op de Kolonisten van Catan verschenen en deze lijst is volgens mij bij lange na niet volledig. Geen idee wat het spel met de meeste uitbreidingen is, maar waarschijnlijk gooit Munchkin (vierenzeventig uitbreidingen en varianten, zonder meetelling van alle promotie-items, boekenleggers en andere snuisterijen) hoge ogen. Niets is in dit kaartspel te dol: t-shirts, maskers, munten, bierviltjes en water, alles met een eigen functie en spelregels. Ook verzamelkaartspellen als Magic en Pokémon scoren waarschijnlijk goed. Zelfs Monopoly draagt tegenwoordig zijn steentje bij. Zes pagina’s op BoardGameGeek vol met allerlei varianten (hoewel meestal alleen aangepast naar het land, het thema of de stad waar het monopolie om zich heen grijpt) alsook Anti-Monopoly I, II en III!
Eerst verschenen uitbreidingen op basisspellen (Kolonisten), later kaartspellen van bordspellen (Kolonisten) en daarna bordspellen van kaartspellen (Munchkin Quest). Het wachten is op een kaartspel van een bordspel dat eerst een kaartspel was. Wacht, dat is er eigenlijk al: Keltis,dat in hetzelfde jaar als het Lost Cities bordspel verscheen, is eigenlijk een afgeleide van Lost Cities en later verscheen Keltis : het kaartspel (alsook een aantal varianten op het Keltis-thema). Bordspellen van kaartspellen die eerst een bordspel waren, zijn er vast ook al. Dan maar wachten op nog langere stambomen (kaartspellen van bordspellen die eerst een kaartspel van een bordspel waren) of stambomen zonder inteelt, bijvoorbeeld de Kolonisten van Carcassonne, waarbij zeshoekige landtegels uit een zakje moeten worden getoverd, waarna er naar hartenlust straten en dorpen aan gezet kunnen worden en allerlei middeleeuwse lieden voor punten de wegen en tegels sieren.
Bord- en kaartspellen vind ik meestal heerlijk om te spelen, maar af en toe wordt het je wel eens teveel, moet het met al die uitbreidingen maar eens afgelopen zijn. Het kost veel geld en moeite ze bij elkaar te krijgen en tijd om ze allemaal een keer te spelen, laat staan ze meerdere keren te spelen of er de benodigde medespelers voor te vinden. Irritant is ook dat bepaalde uitbreidingen en varianten limited (beperkt) of slechts op obscure, meest overzeese beurzen te verkrijgen zijn. Of het, GRUMBLE, kaartspel van Kolonisten dat hoegenaamd helemaal vernieuwd is, zelfs een nieuwe naam heeft, zodat je alles weer van voor af aan kunt uitbreiden. Het grootste probleem met al die uitbreidingen is dat je je huis, kamers en kasten helaas niet unlimited kunt uitbreiden en dat uiteindelijk een bepaald punt wordt bereikt –wankele, valgevaarlijke, levensbedreigende , metershoge stapels hoog– waarop er gewoon niet verder uitgebreid kan worden. Maar laat ik daar niet verder over uitbreiden. Ik brei er een uiteinde aan. Uit ermee! UIT.
Eef
(Noot van de redactie. Dit artikel is een repost van een artikel die Eef eerder heeft geschreven op de blog van de Hilversumse Boekhandel, maar nu met een door BeeJee verzorgde opmaak!).
Een wijs man heeft mij eens verteld dat je voor het geld die je voor een uitbreiding betaald beter een nieuw spel kunt kopen. Eigenwijze mensen slaan echter wijze raad nogal eens in de wind.
En na publicatie op de site van de Hilversumse boekhandel was er zeker een dipje in de uitbreidingenverkoop? :-).
Zelf ben ik al langer behoorlijk streng op het kopen van uitbreidingen. Twee regels houd ik aan:
– óf het moet echt veel toevoegen, het spel een nieuwe dimensie geven (bijv. Steden en Ridders bij Catan)
– óf het moet geen/weinig ruimte innemen en verder best een aardige variatie bieden. (bijv. nieuwe kaarten voor Age of Steam, Hansa Teutonica of Funkenschlag). Die passen vaak in de doos van het moederspel of je schuift ze op de zijkant gemakkelijk tussen twee stapels spellen in je kast.